De fysieke afstand tussen Marokko en Europa is in vogelvlucht nauwelijks meer dan tweeduizend kilometer. De mentale afstand lijkt schier onoverbrugbaar. Voor homo’s toch: in Brussel zijn ze met hun liefste welkom in de trouwzaal van het stadhuis en kunnen ze een kind adopteren. In Casablanca moeten ze ‘onder-onder leven’, zoals ze dat in het Arabisch zeggen: in het geniep. Hun liefde zit geprangd tussen hchouma (schande) en haram (zonde), om van de potentiële strafrechtelijke vervolging nog maar te zwijgen. Er wordt met de islam geschermd, met schijnbaar onwrikbare tradities en de noodzaak om zich minstens formeel te conformeren aan de groep. Catherine Vuylsteke ging verschillende keren naar Marokko, trok door Europa en tekende er verhalen op van gespleten homolevens. Verhalen van onder-onderwerelden, drijvend op nog nauwelijks vol te houden leugens, wanhoop en cynisme. Arabische vrouwenemancipatie, islam en de hoofddoek, het zijn thema’s die al veel inkt deden vloeien. Maar op Marokkaanse homo’s en hun allochtone lotgenoten rust er een taboe. Catherine Vuylsteke schetst een onthullend portret van een ondergrondse wereld die zich uitstrekt van Marokko tot Brussel